Het luizenprotocol van de Montinischool


Dit protocol is gemaakt om de kans op hoofdluisbesmetting op onze school zo klein mogelijk te houden. Hoofdluis is vooral een probleem voor de omgeving vanwege besmettingsrisico. Met name op school, waar veel kinderen/mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander worden overgebracht. Iedereen heeft hierin zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Op school is er een luizencoördinator: Evelien Stam. Zij zal data vaststellen in overleg met de stamgroepleiders waarop in elke groep alle kinderen worden gecontroleerd.
 
In het kader van luizenpreventie worden alle ouders/verzorgers verzocht:
  • Om hun kind minimaal 1 keer per week te controleren op luizen, om besmetting met luizen en neten zo snel en goed mogelijk te behandelen. Zie ook: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/H/Hoofdluis
  • Het aan de groepsleider te melden als het kind hoofdluis heeft, ook als u al met behandelen bent begonnen.
  • Om na het behandelen met een luizenbestrijdingsmiddel het kind elke dag met een speciale luizenkam te blijven controleren en alle neten te verwijderen. Dit moet u volhouden tot minimaal twee weken na de laatste behandeling.
  • Om, als uw kind luizen of neten heeft, de ouders van vriendjes of vriendinnetjes waar uw kind de afgelopen week gespeeld heeft in te lichten zodat zij ook extra kunnen controleren.
 
De school neemt de volgende preventieve maatregelen:
  • De groepsleiders zorgen ervoor dat het hebben van hoofdluis uit de taboesfeer komt. Zij praten met de kinderen, indien nodig, over dit onderwerp. Ook zullen de groepsleiders tijdens het controleren in de groep gecontroleerd worden.
  • De groepsleiders of de coördinator informeren de ouders direct als hun kind hoofdluis heeft.
 
Controles:
Aan het begin van elk schooljaar worden er voor elke groep twee luizenouders gezocht. De klassenouders, groepsleiders en de luizencoördinator zorgen hiervoor. Standaard vinden er controles plaats in de eerste week na elke schoolvakantie. Kinderen die tijdens de controle afwezig zijn, worden bij terugkeer op school alsnog gecontroleerd door de groepsleider of luizenouder. Indien er besmetting in een stamgroep wordt geconstateerd, wordt er na een week een extra controle uitgevoerd. Indien nodig wordt dit elke week herhaald tot de groep vrij is van luis en neten. Ook wanneer een ouder meldt dat zijn kind luis heeft, kan er tussentijds een extra groepscontrole plaatsvinden. De bevindingen van de controle worden op een lijst genoteerd.